Vermogensstructurering

De vele mogelijkheden van het schuiven met vermogenscomponenten
Als directeur-grootaandeelhouder heb je diverse mogelijkheden om met je vermogenscomponenten te schuiven, zowel zakelijk als privé. Maar ook als je een ondernemer bent met een eenmanszaak of in een vof, kan het interessant zijn om te kijken naar wat je privé aanhoudt of juist in de onderneming inbrengt. Vermogensstructurering is kortom een hele kunst als je tot de beste resultaten wilt komen. Wat zijn de slimste oplossingen?

Beleg je al vanuit de bv?
Als jouw bedrijf goed draait en een zeer vermogende bv is geworden, kan het interessant zijn om deze om te zetten naar een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). Dat kan eventueel door het bedrijf te splitsen en voor het beleggingsdeel een aparte naamloze vennootschap op te richten. Binnen deze nv mag je maximaal 90% van de aandelen in eigen bezit hebben.

De naam zegt het al: het voordeel van de VBI is dat deze volledig is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Ook hoef je geen dividendbelasting in te houden als je dividend uitkeert. Als je een aanmerkelijk belang hebt van 5% of meer, dan betaal je in box 2 wel circa 1,4% belasting over de heffingsgrondslag. Zonder aanmerkelijk belang betaal je belasting in box 3 en wel circa 1,6% belasting boven het drempelbedrag van circa € 100.000,-.

Hoe kun je privé meenemen in jouw vermogensstructurering?
Ook de ruimte buiten de onderneming kun je benutten in jouw vermogensstructurering. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van een lening, vooral als je rendement hoger is dan de leenrente die de bv jou rekent. Natuurlijk moet je de lening wel ooit terugbetalen.

Wat kun je als zelfstandig ondernemer met jouw vermogen?
Vermogensstructurering is niet voorbehouden aan directeur-grootaandeelhouders van een bv. Als zzp’er of ondernemer in een vof kun je voor vergelijkbare keuzes komen te staan. Denk alleen al aan het pand waarin je woont en werkt. Je kunt dit huis privé blijven aanhouden, maar soms kan het interessant zijn om er bedrijfsvermogen van te maken.

Als jouw werkruimte een eigen opgang heeft, zijn doorgaans de kosten van je werkruimte aftrekbaar van de winst. Over het zakelijke deel van de woning kun je weliswaar geen hypotheekrente meer aftrekken, maar er zijn scenario’s denkbaar waarin deze keuze uit oogpunt van vermogensstructurering toch aantrekkelijk is.

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie

Sluiten