Een nieuw belastingjaar is van start gegaan. Uiteraard met de nodige veranderingen. Wat verandert er voor de particuliere belastingbetaler en wat zijn de veranderingen waarmee een ondernemer te maken krijgt? Gaan we erop vooruit of valt het tegen?
Inkomstenbelasting box 3 fors meer
De hele box 3 problematiek wordt in 2024 nog niet opgelost. Ook dit jaar hebben we te maken met een forfaitair systeem, wat betekent dat de belastingdienst voor verschillende vermogenscategorieën vaststelt welk rendement er moet worden opgegeven. Er zijn twee vermogenscategorieën, elk met een eigen ‘rendement’, te weten spaargeld, waarvoor aan rendement 1,03% moet worden gerekend en overige bezittingen waarvoor 6,04% geldt. Daar komt bij dat van schulden in box 3 ook niet de wekelijke rente meetelt. Daar wordt 2,7% als forfaitaire rente aangenomen.
Nieuw is dat twee vormen van vermogen ‘verhuizen’ van overige bezittingen naar spaargeld waardoor ze uiteindelijk lager belast zullen worden. Het gaat hierbij om het aandeel dat een woningeigenaar heeft in een Vereniging van Eigenaren en om het geld dat op een tussenrekening staat bij een notaris of deurwaarder. Daar geldt dus vanaf dit jaar het lagere spaartarief voor.
Overigens moeten we ons wel bedenken dat de meeste percentages ‘voorlopig’ zijn en pas in het eerste kwartaal van 2025 definitief worden. Alleen voor overige bezittingen staan ze vast. Dat is één kant van de medaille. Want nu moeten we nog weten welk belastingpercentage geldt. Daar is het een en ander over te doen geweest, maar uiteindelijk is dit uitgekomen op 36%. Dus, wie boven de vrijstelling een bedrag van 100.000 euro aan spaargeld heeft, wordt geacht 1.030 euro aan rente te hebben ontvangen en moet hierover 370 euro belasting betalen (naar beneden afgerond want zo werkt het dan wel). Wie 100.000 euro aan overige bezittingen heeft, komt heel wat zwaarder belast uit: 6.040 euro aan rendement gerekend en 2.174 euro aan belasting. Dat scheelt nogal. Al met al is de belastingdruk op overig vermogen fors toegenomen.
Inkomstenbelasting box 2 goedkoper voor kleine opbrengsten
Ook voor iemand met een BV verandert er nogal wat. De heffing in box 2 kent vanaf 2024 twee schijven. De eerste schijf loopt tot 67.000 euro en betekent een belastingdruk van 24,5%, daarboven is de belastingheffing 33%. Vorig jaar was er nog één tarief van 26,9%. Voor kleine dividenden en verkoopopbrengsten van een BV is het daarmee gunstiger geworden, hogere opbrengsten dan 67.000 euro worden zwaarder belast. Bij fiscale partners uiteraard het dubbele.
Vennootschapsbelasting
De Vennootschapsbelasting laat een rustig beeld zien. Ook hier zijn er twee schijven, tot 200.000 euro is de belastingdruk 19%, daarboven 25,8%.
Zelfstandig ondernemer in de IB-sfeer
De zelfstandig ondernemer in de sfeer van de inkomstenbelasting krijgt steeds minder belastingaftrek. De zelfstandigenaftrek is per 1 januari verder ingekort, nu nog maar 3.750 euro waarover geen belasting behoeft te worden betaald. De extra aftrek die een starter krijgt is al jaren hetzelfde. Dat geldt ook voor 2024: 2.123 euro.
Iets geheel anders is de mkb-winstvrijstelling, die gaat omlaag naar 13,31%. Oorspronkelijk zou dat zelfs naar 12,7% gaan, maar daar is een stokje voor gestoken. Hoe dan ook, het betekent wel een verslechtering ten opzichte van wat het was (14%). Ondernemers worden dus dit jaar zwaarder belast.
Lijfrente
In de sfeer van lijfrente is er veel veranderd. Qua inhaalaftrek, dus reparatie van vorige jaren, mag je nu tien jaar terug in de tijd om nog aftrek te genereren met een maximum van 41.608 euro. En qua hoogte van pensioenaanvulling in het lopende jaar is dat uitgebreid naar 30% van je pensioengevend inkomen en maximaal 36.077 euro.
Veranderingen in 2024
In 2024 gaat er veel veranderen op het gebied van belastingen en fiscaliteiten. Wil jij weten wat deze veranderingen voor jou betekenen als consument of als ondernemer? Neem dan contact op met een gecertificeerd financieel planner hij of zij kan jouw vragen beantwoorden en je duidelijkheid geven over jouw financiële situatie.