Zaterdag 1 maart lijkt bewolkt te starten met in de middag toenemende kans op zon.
De spreekwoordelijke zon die gaat schijnen als je jouw aangifte inkomstenbelasting over 2024 indient bij de belastingdienst. Net als 1,6 miljoen andere belastingplichtigen. Hoewel de aangifte vooraf door de belastingdienst is ingevuld op basis van de informatie van de banken, heb je mogelijk nog wel wat werk te verzetten. Ben je er al klaar voor?
Ik geef het je te doen als je in box III meer vermogen hebt dan de vrijstelling van € 57.000 per persoon. Hoewel fiscaliteit nooit het startpunt mag zijn van een financieel plan & advies, is het wel goed om de gevolgen voor jouw vermogen in kaart te brengen. Allicht dat een belegging in obligaties of vastgoed netto toch minder oplevert dan verondersteld…
Makkelijker gaan we het niet maken
In het verleden betaalde je over jouw vermogen in box III belasting over een verondersteld rendement (30% over 4% forfaitair rendement = 1,2%). De wens van de politiek is, dat je over dit vermogen belasting gaat betalen op basis van het werkelijke rendement. Dit wordt maatschappelijk breder gedragen, maar kost de belastingdienst en de banken veel tijd om hun systemen aan te passen. De verwachting is dat het nieuwe stelsel per 2028 wordt ingevoerd.
Tot 2028 zitten we dus in een tussenfase. In deze fase doet men een aanname hoe hoog jouw werkelijk rendement was. Bij de belastingaangifte over 2024 wordt jouw vermogen in drie vermogenscategorieën verdeeld: 1. Banktegoeden (1,44%) 2. Overige bezittingen (6,04%) en 3. Schulden (2,61%). Over het saldo betaal je 36% belasting.
Onderdeel van de aanname is dat vermogenden jaarlijks 6% of meer rendement behalen door te beleggen in obligaties, aandelen & andere financiële instrumenten. Maar wat als je niet wilt beleggen in aandelen of andere meer risicovolle instrumenten? Het kan zijn dat jouw werkelijk rendement dan lager is dan die 6,04%. En daar knelt de schoen… Immers de Hoge Raad heeft bevestigd dat de overbruggingswet box III (2023-2027) in strijd is met het Europees recht als het werkelijke rendement lager is dan het veronderstelde rendement. Op basis van deze uitspraak heb je het recht om belast te worden over het lagere – werkelijke – rendement op basis van de Wet tegenbewijsregeling box III. Hopelijk treedt deze Wet per 1 juni 2025 in werking.
Budgettair evenwicht…
“Fijn!” hoor ik je al denken “dan valt het allicht best mee”. Nou, nee. Het kabinet wil het verwachte tekort van € 2,55 miljard als gevolg van de veronderstelde rendementen en de tegenbewijsregeling weer compenseren door een aantal maatregelen te nemen. Bijvoorbeeld door het veronderstelde rendement voor overige bezittingen te verhogen met 1,78% en het heffingsvrij vermogen te verlagen naar (indicatief) €52.000 per persoon.
Dit geeft een extra fiscale druk op vastgoedbeleggers (de verhuurders van woningen) die een fictief rendement van 7,8% toegerekend krijgen, ook over de ongerealiseerde waardestijging. Als je je daarbij realiseert dat de vastgoedbelegger geen kostenaftrek en/of verliesverrekening mag toepassen, kan het prima zijn dat het aanbod van huurwoningen verder onder drukt komt te staan. Ondanks de politieke geluiden. Immers: elke versoepeling betekent een forse derving van belastinginkomsten. En daar is geen dekking voor.
Integrale visie op vermogen ontbreekt
Volgens de Raad van State verhoogt het wetsvoorstel de complexiteit aanzienlijk. Het legt een zware administratieve last op de circa 1,6 miljoen belastingplichtigen. Bovendien is er weinig maatschappelijk draagvlak voor het beoogde systeem. Waarom niet? Als vreemde eend in de Europese bijt wil Nederland sommige vermogensbestanddelen belasten op basis van vermogenswinstbelasting en andere weer op vermogensaanwasbelasting. De landen om ons heen belasten op het moment van realisatie (vermogenswinstbelasting, bijvoorbeeld als de woning wordt verkocht of de aandelen worden verzilverd) terwijl Nederland ook wil belasten op basis van de jaarlijkse ongerealiseerde waardeverandering en het eigen gebruik van onroerende zaken (vermogensaanwasbelasting). Je moet dan ergens belasting over betalen, terwijl je mogelijk niet de middelen/vruchten hebt. Of zou de belastingdienst jaarlijks een paar bakstenen accepteren?
Ben je er nog? Ik wens je zaterdag veel geduld en wijsheid. Kom je er niet uit of twijfel je? Neem dan eens contact op met een CERTIFIED FINANCIAL PLANNER® professional. Een planner kan helpen om de juiste keuzes te maken.